Flora & fauna van de Kuil van de Krakeling
Vorst, O., en Van Ooyen, A. (1983). Rapport, 22 pp. [Full text: PDF]
Abstract
In het kader van het onderzoek van de Zeister Bossen, verricht door de Vogelwacht Utrecht afdeling Zeist/Bunnik, hebben wij in 1983 de Krakeling (gemeente Zeist) geïnventariseerd. De vogelbevolking werd het best onderzocht. Het gebied bestaat uit een bos van circa 11.5 hectare groot en een kuil van circa 33 hectare groot en 5 meter diep.
Het gebied is in vergelijking met de jaren zestig sterk verarmd aan vogels. Dit is het gevolg van het verdwijnen van de grote waterplas. De kuil herbergt thans een "gewone" vogelbevolking, waarbij de aanwezigheid van een paartje Houtsnip opvalt. Door gebrek aan nestgelegenheid komen in de kuil een aantal vogels niet tot broeden die in het omringende bosgebied wel broedplaatsen vinden (o.a. Zwarte Specht en Grote Bonte Specht).
Het gebied is rijk aan insekten door de afwisselende vegetatie. Er komen opvallend veel dagvlinders voor. Ook het voorkomen van veel bijensoorten (Andrena), die op de bloeiende wilgen hun voedsel zoeken, is opvallend. Het heide-terreintje is een optimaal gebied voor libellen (Sympetrum).
Het voorkomen van Pitrus, Trekrus en Wilg herinnert aan natter tijden. Karakteristieke planten van droge zandgrond zijn talrijk.
We geven aan aantal beheersadviezen om het bos open te houden, de variatie in vegetatiestructuur te behouden, en de invloed van recreatie terug te dringen.